Kunstenaars bezetten het I.C.C. Antwerpen
Internationaal Cultureel Centrum, Meir 50 , 2000 Antwerpen
1 februari 1998
Organisatie & coördinatie Hit & Run
Ons actietelefoonnummer : 047 73 23 868

Waarom deze bezetting ?
Als teken van protest tegen de voorgenomen sluiting van het I.C.C.
en de stopzetting van de tentoonstellingen van hedendaagse kunst in het Jordaenshuis, heeft een aantal kunstenaars besloten het I.C.C. (in het voormalig koninklijk paleis op de Meir) vreedzaam te bezetten. Hiermee willen zij

1. een duidelijk signaal geven aan overheid en beleid dat kunstenaars bezorgd zijn over de afname van mogelijkheden om hedendaagse kunst te tonen en te ervaren,

2. een grondige discussie op gang brengen tussen kunstenaars, Vlaamse overheid, Antwerps stedelijk en provinciaal bestuur en professionelen uit de kunstwereld omtrent deze mogelijkheden en het uitzonderlijke belang ervan in Antwerpen, een stad die zich sinds 1993 expliciet profileert als een cultuurstad,

3. bekomen dat het I.C.C. na de (inderdaad broodnodige) renovatie niet verwordt tot het zoveelste geheel van kantoren met cafetaria, maar (conform de wens van wijlen koning Boudewijn) een dynamische en vitale plek blijft waar kunstenaars en kunstliefhebbers (van alle disciplines) een platform/laboratorium vinden dat een flexibele aanvulling vormt voor andere, meer museale instituten als MUHKA, Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim en het Museum van Fotografie.

Een kleine geschiedenis (zie ook bijlage)
Het afbouwen van de werking hedendaagse kunst van het I.C.C. is symptomatisch voor een algemene malaise die er momenteel heerst in het beleid omtrent hedendaagse beeldende kunst in Antwerpen. Ook de stopzetting van het tentoonstellingsbeleid in het Jacob Jordaenshuis kadert in deze afbouw. Ironisch genoeg was het I.C.C. z‚lf het (indirecte) resultaat van de bezetting van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (KMSKA) door de Vrije Actie Groep Antwerpen (VAGA) in 1968. Na die bezetting werd het Koninklijk paleis in Antwerpen door de kunstenaars opge‰ist en dit in een brief gericht aan Koning Boudewijn. In 1970 krijgt het paleis een culturele bestemming via een K.B. (zie bijlage).

Na een bijzonder vooruitstrevende werking (ondermeer via talrijke tentoonstellingen rond hedendaagse kunst, architectuur en fotografie, performances, voordrachten, filmvoorstellingen en de uitbouw van een bijzonder degelijke bibliotheek m.b.t. hedendaagse beeldende kunst) tijdens de jaren 70 en een verwatering tijdens de jaren 80 wordt het I.C.C. in 1990 aan het KMSKA gehecht, en dit via een besluit van de Vlaamse executieve (zie bijlage). Deze geforceerde terugkeer van het I.C.C. naar het KMSKA blijkt bijzonder cynisch wanneer men bedenkt dat het I.C.C. net geboren is vanuit een fundamentele ontevredenheid t.o.v. het artistieke beleid van deze instelling op het vlak van de actuele kunst tijdens de jaren 60.

Sinds het gedwongen huwelijk met het KMSKA blijkt het I.C.C. voor deze instelling en haar directeur Lydia Schoonbaert een lastig blok aan het been waarvan de werking en de uitstraling tussen 1990 en nu langzaam maar systhematisch afgebouwd werd. Bijzonder betekenisvol in dit verband is de tijdelijke sluiting van ‚‚n jaar in 1991 (zgn. wegens de bouwvalligheid van het gebouw, dat in het kader van Antwerpen '93 overigens zonder enige aanpassing gebruikt werd door Eldorado, centrum voor beeldcultuur!), de afvloeiing van 2/3 den van het I.C.C. personeel naar het KMSKA, de afschaffing van de affiches, voor de tentoonstellingenen het tijdschrift. Tot driemaal toe werden alle lopende abonnementen op belangrijke kunsttijdschriften gedwongen opgezegd, waardoor de werking van de bibliotheek als informatiecentrum van hedendaagse kunst sterk in het gedrang kwam. Al deze maatregelen wijzen in de richting van een regelrechte sabotage, die door de nieuw aangestelde directeur van het KMSKA, Paul Huvenne, helaas niet gecorrigeerd wordt.

Exact 30 jaar later bezetten ontevreden kunstenaars het ICC met het doel deze instelling te redden, en de beleidsmensen te laten inzien dat Antwerpen -los van de bestaande museale instellingen- dringend behoefte heeft aan een plaats voor alle vormen van hedendaagse kunst.

(Noot: "Doelstellingen van het I.C.C. (K.B. 1970) behouden 1) en 2)in het Besluit v.d.Vlaamse executieve aanhechting v.h. I.C.C. bij het KMSKA

(...) 1) Op te treden als onthaalcentrum voor kunsttentoonstellingen, inzonderheid deze welke georganiseerd worden in het kader van de internationale culturele betrekkingen;

2) Allerhande culturele manifestaties en bijeenkomsten te organiseren in aansluiting met de internationale en nationale culturele actualiteit.

3) De kredieten die nodig zijn voor de werking van het centrum, worden, onder afzonderlijke littera's, uitgetrokken op de gewone begroting van Nederlandse cultuur. (...)"

Zie ook brief Leen De Jong ,1996 in bijlage. )

De huidige situatie
Na de recente sluiting van het Jacob Jordaens huis (stad Antwerpen) en het I. C. C. ( KMSKA, Vlaamse gemeenschap) bestaat er geen flexibele ruimte meer voor jonge en actuele kunst. Het Jordaenshuis wordt -in priv‚handen- getransformeerd tot o.a. een chocolademuseum, het koninklijk paleis wordt tot voor kort gretig bekeken door UIA en brouwerij De Koninck. Deze partners bleken nodig om de hoogstnoodzakelijke restauratie van het vervallen Koninlijk Paleis te bekostigen (zie tekst Leen de Jong 1996). Dit is in strijd met de inhoud van het eerder vermelde K.B. van 1970. Vooralsog bestaat er over de toekomst van het I.C.C. geen volledige duidelijkheid. Een deel van de ruimten van het paleis blijken alleszins voorbestemd tot kantoorruimte voor het Van Dijckjaar (1999). Nogal een schrijnende vaststelling wanneer men bedenkt dat de Stad Antwerpen z‚lf beschikt over een groot aantal leegstaande en te koop/te huur (zo bedraagt de huurprijs van het St.Felixpakhuis 5 … 8 miljoen per jaar! ) aangeboden panden. Deze roofbouw gaat dus duidelijk ten koste van de hedendaagse kunst die in Antwerpen volledig teruggdrongen wordt binnen de muren van museum en galerie.

De argumenten die men hanteert om de rol van het I.C.C. voor de hedendaagse kunst te minimaliseren, kunnen vrij makkelijk weerlegd worden.

Zo is de vaststelling dat andere instellingen in het Antwerpse (nl. MUHKA en Middelheim museum) de rol van het I.C.C. voldoende hebben overgenomen, een misleidend argument. Beide instellingen bevinden zich in de periferie van de stad en hebben een museaal karakter, d.w.z. dat jonge, actuele kunst er weinig of niet aan bod komt, de drempel voor kunstenaars redelijk hoog is, er van een experimentele en multidiscipliaire (de kruisbestuiving tussen beeldende kunst, film, muziek, etc.) aanpak geen sprake is. Op al deze vlakken kan het I.C.C. een complementaire functie hebben, net zoals het I.C.A. die heeft t.o.v. de Tate Gallery (Londen), de Appel t.o.v. het Stedelijk Museum (Amsterdam) en Witte De With t.o.v. Boymans-Van Beuningen (Rotterdam).

Zo is ook de verwijzing naar de rol van de culturele centra voor het tonen van jonge en actuele kunst een misleiding. In het beste geval komt hedendaagse beeldende kunst daar, bij gebrek aan adequate tentoonstellingsruimte, terecht in foyer en wandelgang. De opeising van het I.C.C. voor de voorbereiding van het Van Dijckjaar is al een al even grote drogreden, vooral wanneer nieuwe kunst moet wijken voor de oude. Ook Antoon Van Dijck was ooit een hedendaags kunstenaar! Het argument dat een pand als het koninklijk paleis door zijn historisch karakter ongeschikt zou zijn voor het tentoonstellen van hedendaagse kunst is al even slecht gekozen. Het tegendeel wordt bewezen door de succesvolle werking van het I.C.C. in de jaren 70 en 80 waaruit blijkt dat hedendaagse kunstenaars met een internationale reputatie de ruimte wisten te bespelen en hun werk vaak optimaal wisten te integreren in het prachtige Roccoco-interieur. Dat historische gebouwen een verrijking en een uitdaging vormen voor hedendaagse kunstenaars blijkt overigens uit talrijke belangrijke tentoonstellingen in het buitenland, en vooral uit de voorbeelden in Itali‰ en Frankrijk , waar bv. het Castello di Rivoli en het Chateau d'Oiron bewijzen dat hedendaagse kunst perfect kan functioneren in een historische context (over deze laatste instellingen, zie artikels in bijlage).

De initiatiefnemers van de bezetting stellen dan ook een her-denking van de doelstelling en de werking en een grondige artistieke herprofilering van het I.C.C voor, i.p.v. een definitieve sluiting. Het I.C.C. was tijdens de jaren 70 een progressief en dynamisch centrum met bij momenten een internationale uitstraling, waar verschillende culturele groepen, performance kunstenaars, musici, beeldende kunstenaars en filmmakers met hun werk aan bod kwamen. Een hele generatie Belgische kunstenaars die in de jaren 80 internationaal doorbrak, kreeg er haar debuut of stelde er ten toon. (We vermelden van deze en andere Belgische kunstenaars, auteurs en musici o.m. Guillaume Bijl, Luc Deleu, Hugo Heyrman, Bernd Lohaus, Panamarenko, GAL, Roger Raveel, Jacques Charlier, Lili Dujourie, Daniel Dewaele, Denmark, Leo Copers, Fred Bervoets, Ria Pacqu‚e, Danny Devos, Hugo Claus, Jos Van Immerseel, Julien Schoenaerts, Logos,... Wat betreft de aanwezigheid van belangrijke buitenlandse kunstenaars kunnen we ondermeer verwijzen naar werken, performances, video's en films van Joseph Kosuth, Donald Judd, Claes Oldenburgh, On Kawara, Yves Klein, Joseph Beuys, Christian Boltanski, Daniel Buren, Gordon Matta-Clark, Christo, Luciano Fabro, Henry Moore, Daniel Spoerri, Ben Vautier, Bruce Nauman, Robert Smithson, Lawrence Weiner, James Lee Byars, Dan Graham en Wolf Vostell.(Bronnen: catalogus I.C.C. 1970-1977. Een documentaire overzichtstentoonstelling, 1977, 1978-1981 Tweemaandelijks tijdschrift.)

Tijdens deze bloeiperiode telde het I.C.C. 131.754 bezoekers in ‚‚n jaar tijd (in 1977). Dertig jaar later, in 1997 (periode jan.tot sept.) kwamen er amper 8483 bezoekers. (zie bijlage) Rekening houdend met het feit dat er vandaag statistisch meer

belangstellenden zijn voor hedendaagse kunst dan in 1977 (denk aan het steeds stijgend aantal bezoekers voor de documenta's), wijst deze daling op een schrijnend gebrek aan visie, ondersteuning en promotie. Dat het KMSKA geen werking heeft omtrent hedendaagse kunst is bekend, maar dit lijkt op regelrechte sabotage met de dood tot gevolg.

Onze eisen
De bezettende kunstenaars en sympathisanten verlangen:
1. Een open gesprek met beleidsmensen, kunstenaars en andere professionals uit de culturele wereld, en dat in de vorm van een debat in het I.C.C.

2. Geen afschaffing, maar een grondige herdefinitie van het I.C.C. naar analogie van bv. het ICA in Londen en De Appel in Amsterdam, Witte de With in Rotterdam. (zie bijlage, programma ICA): een platform en een plaats voor actuele beeldende kunst, performance, muziek, film, lezingen,dans, theater,mode, debatten e.a.

3. Een internationale uitstraling door een actuele programmatie.
4. Een autonoom, jong en dynamisch centrum, waar de programmatie verzorgd wordt door jonge curator(s), eventueel aangesteld voor 5 jaar, en/of gastcurators. Op die manier krijgen jonge curators de kans zich te ontwikkelen en te profileren na hun studies. Indien men vindt dat het ICC dan toch enkel onder de vleugels van een museale instelling kan overleven, dan liefst onder die van het MUHKA en/of Middelheim en niet onder die van het KMSKA.

De actie
De concrete actie bestaat uit een vreedzame en respectvolle bezetting.
Overdag zijn sympathisanten welkom om hun steun te betuigen, s'avonds zijner activiteiten voorzien zoals concerten, performances en een debat met kunstenaars, beleidsverantwoordelijken en professionelen uit de kunstwereld. Radio Centraal wordt uitgenodigd om live uit te zenden vanuit het I.C.C. en de regionale verslaggeving te verzorgen. Ook de live uitzending van het debat wordt aan Centraal toevertrouwd. De kunstenaars bezetten het I.C.C. zolang er geen duidelijke beslissing is genomen over een akkoord. Ook het ontbreken van een duidelijk sociaal statuut voor de beeldende kunstenaar en de afwezigheid van een effici‰nte spreekbuis heeft aanleiding gegeven tot deze actie. We hopen dan ook dat Minister Martens de noodzaak inziet persoonlijk deel te nemen aan het debat .

Het DEBAT: Plaats voor Kunst ?
Dit heeft plaats op vrijdag 6 februari om 19 h. in de grote spiegelzaal van het Koninklijk Paleis op de Meir.
Programma bezetting I.C.C. 1998
Koninklijk Paleis, I.C.C. , 1 ste verdiep , Meir 50 , 2000 Antwerpen spiegelzaal
Radio Centraal 103.9 FM verzorgt rechtstreekse uitzending
zo. 1feb. opening Bar, video
ma..2feb. Bar vanaf 14h., video, Cabaret avond 20h.
di. 3feb.Bar 14h., video,Vinyl Dumbells, De Bossen 20h.
wo. 4 feb. Bar 14h., video,theater De onderneming
do. 5feb. Bar 14h.Performance, Free-podium
vr. 6feb. Debat plaats voor kunst? 19h. Volgende personen worden voor het panel uitgenodigd:
gasten
Luc Martens Minister welzijn, volksgezondheid& cultuur
Paul Huvenne Directeur, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen
Jan Verlinden Afdelingshoofd Beeldende kunst en musea v.d. Vlaamse Gemeenschap
Eric Antonis Schepen van cultuur stad Antwerpen
Flor Bex Directeur Museum hedendaagse kunst Antwerpen
Menno Meeuwis Curator, Openluchtmuseum Middelheim, Antwerpen
Jef Cornelis Voorz. Commissie Beeldende kunst v.d. Vlaamse Gemeenschap
Leen De Jong Werkleider moderne kunst KMSKA
Jean F. Buyck Voormalig werkleider M.K.KMSKA
Koen Brams Hoofdredacteur De Witte Raaf
Camille Paulus Provincie gouverneur , Antwerpen
alle werknemers I.C.C. en alle Kunstenaars
met moderator Johan Pas kunsthistoricus
za. 7feb.Bar14h. Kris Dane, Jef Mercelis, Zita Swoon20h

Oproep aan alle kunstenaars, galleristen,museummensen, kunststudenten, professoren en sympatisanten om hun steun te betuigen door ons een bezoek te brengen en de petitie te tekenen. Voorstellen voor performances- free podium zijn welkom! Overnachting is mogelijk.